De prognose van de wereldwijde energietrends voor de komende 25 jaar valt nauw samen met het vermogen van de mens, en met name hoe dat wordt gestimuleerd – of afgeremd – door de beschikbare middelen. Er is geen kristallen bol om baanbrekende veranderingen te voorspellen. Om te anticiperen op het dagelijkse leven in de wereld moeten we ons baseren op de grondbeginselen die de vooruitgang van de samenleving zullen aanvoeren.

Welkom bij de Outlook for Energy 2018, ExxonMobil’s uitgebreide visie op het mondiale aanbod en gebruik van energie, en wat die volgens ons inhoudt voor de maatschappij en het energielandschap tot in 2040.

De komende twee decennia zal de groeiende middenklasse in de opkomende wereld een grotere toegang tot betrouwbare en betaalbare energie vereisen. Beantwoorden aan de stijgende vraag naar energie en tegelijk de CO2-uitstoot terugdringen en de efficiëntie verbeteren, vereist grootschalige investeringen en het gebruik van geavanceerde technologie.

T.J. Wojnar Jr.is vice president Corporate Strategic Planning bij ExxonMobil en een van de opstellers van het rapport. Hij geeft toelichting op de vooruitzichten tot 2040 en de ontwikkelingen die het toekomstige energielandschap zullen beïnvloeden.

Energy Factor: De Outlook stelt dat het wereldwijde bbp waarschijnlijk zal verdubbelen tegen 2040, geleid door de opkomende, niet-OESO-landen, waar het bbp naar verwachting met zo’n 165% zal groeien. Wat houdt dat in voor de vraag naar en het aanbod van energie?

T.J. Wojnar Jr: Energie brengt welvaart voort. Hoe de niet-OESO-landen zullen evolueren en welke energiekeuzes zij maken, zal in grote mate bepalen hoeveel en welk soort energie zij nodig hebben en hoe die zal worden aangeleverd. Wij gaan er zelfs vanuit dat zowat de hele groei van de wereldwijde energievraag zal voortkomen uit de niet-OESO-landen, want tegen 2040 zal zo’n 85% van de wereldbevolking in die landen wonen. Daardoor zal hun impact op het energielandschap zeer sterk toenemen.

Wij weten dat wanneer de economie groeit en de mensen welvarender worden, zij meer goederen beginnen te kopen. Vaak worden deze geproduceerd op basis van chemicaliën die afkomstig zijn van aardolie. De toenemende welvaart zal ook de groei van het handelstransport aandrijven, omdat er nu eenmaal meer grondstoffen en afgewerkte producten moeten worden vervoerd. Daarnaast zal de groeiende bevolking ook meer middelen hebben om te reizen en zal er dus meer vliegtuigbrandstof nodig zijn.

T. J. WOJNAR JR, VICE PRESIDENT FOR CORPORATE STRATEGIC PLANNING AT EXXONMOBIL

EF: Maar betekent dat dan ook niet meer emisies?

TJW: Dat is een van de grootste energie-uitdagingen waar de wereld tegenwoordig mee wordt geconfronteerd. Hoe kunnen we betrouwbare en betaalbare energie aanbieden en tegelijk de uitstoot terugdringen? Wij denken dat het CO2-emissieniveau een piek zal bereiken rond 2040 en daarna zal afnemen. Dus ja, hoewel er een toenemende vraag zal zijn naar vloeistoffen zoals aardolie, zullen er elders veranderingen komen die deze toename helpen te compenseren. Zo zullen auto’s nog veel energiezuiniger worden naarmate de technologie verder verbetert en zal het aantal elektrische voertuigen op de weg ook nog sterk toenemen. Een andere positieve factor is de halvering van het steenkoolgebruik in de OESO-landen tegen 2040. Belangrijk in dat verband is ook dat aardgas een grotere rol zal spelen in de elektriciteitsopwekking, net als duurzame energie, wat allemaal zal helpen om de uitstoot terug te dringen.

EF: Vormt aardgas dan zo’n omwenteling?

TJW: Ja, een van de grootste kansen om de mondiale CO2-voetafdruk te verlagen is meer gebruik van aardgas en duurzame energie om elektriciteit te produceren. Neem nu China en India. Vandaag wordt het grootste deel van hun elektriciteit opgewekt op basis van steenkool. Steenkool zorgt echter voor een grote CO2-uitstoot, en als aardgas en duurzame energie die markt kunnen openbreken, zal dat een enorme uitstoothoeveelheid elimineren. Zoals bijvoorbeeld in de Verenigde Staten al gebeurt.

EF: OK, maar waarom aardgas?

TJW: Het is schoner, veelzijdiger en overvloedig aanwezig. Aardgas stoot tot 60% minder CO2 uit dan steenkool wanneer het wordt gebruikt voor elektriciteitsproductie. Het is ook een veelzijdige brandstof, die in uiteenlopende sectoren kan worden gebruikt. En met de hoeveelheden die zijn ontdekt in de Verenigde Staten en elders hebben we genoeg voorraad voor de komende 200 jaar, op basis van de huidige wereldvraag. Deze overvloed is een van de redenen waarom wij denken dat aardgas meer dan de andere energiebronnen zal bijdragen tot het invullen van de mondiale vraag naar energie.

EF: Je had het ook over duurzame energie. Hoe passen wind- en zonne-energie binnen die mix?

TJW: De snelstgroeiende energiebronnen zijn wind en zon, zij zullen in de sector van de elektriciteitsproductie met aardgas concurreren in de periode tot 2040. Wind en zon bieden natuurlijk voordelen wat CO2 en luchtkwaliteit betreft, maar zij gaan wel gebukt onder het probleem van de fluctuerende opbrengst. Toch verbetert hun concurrentiepositie voortdurend naarmate het kostenplaatje daalt, en ook de steunmaatregelen van de overheid doen natuurlijk een duit in het zakje. Al deze factoren dragen ertoe bij dat wind en zon – samengenomen – sneller groeien dan enige andere bron van elektriciteit.

EF: Gelet op dat momentum en de uitstootdoelstellingen, kunnen we dan stellen dat wind en zon stilaan de bovenhand halen?

TJW: Dat wordt wel eens gezegd, ja, dat auto’s allemaal op elektriciteit zullen gaan rijden, die geproduceerd zal worden door zon en wind. We mogen echter niet vergeten dat, ondanks het afgelopen decennium van snelle groei, wind en zon nog steeds maar zo’n 5% van ‘s werelds elektriciteit aanleveren. Tegen 2040, en uitgaande van een zeer sterke groei, zouden ze goed moeten zijn voor een aandeel van 20% in de wereldwijde elektriciteitsproductie. Sommige ontwikkelingen zouden die penetratie echter kunnen versnellen, zoals een rendabele manier om elektriciteit in het netwerk op te slaan en een soepele reservebron – iets waar aardgas meer voor in aanmerking komt dan de alternatieven.

EF: Welke impact zullen elektrische en hybride auto’s hebben op de vraag naar benzine?

TJW: Dat is de vraag die mij het vaakst wordt gesteld: zullen elektrische auto’s aardolie niet compleet overbodig maken? En dit is ons antwoord daarop: zelfs als we ervan uit zouden gaan dat alle 1,8 miljard auto’s wereldwijd in 2040 volledig elektrisch zouden rijden, dan nog zou de vraag naar aardolie in de buurt van het huidige peil blijven. De reden daarvoor is dat de vraag vanuit de transportwereld en de chemische sector zo sterk is. En aardolie is de grondstof om de goederen te vervaardigen die de groeiende middenklasse wil kopen. Het is ook een essentiële factor voor de transportsector die deze producten overbrengt – met schepen, vliegtuigen en vrachtwagens. Er bestaat geen bruikbaar alternatief voor aardolie in deze sectoren, al verwachten we wel dat aanzienlijke rendementswinsten de groei van de energievraag en de daaruit voortvloeiende uitstoot zullen afremmen.

EF: Maar als aardolie zo’n integrale factor vormt en mensen meer kopen en reizen, hoe kunnen we de uitstoot dan terugdringen?

TJW: Ja, naarmate de wereldbevolking groeit naar 9 miljard mensen zal de wereldwijde energievraag nog aanzienlijk toenemen tot 2040. Maar gelukkig zullen ook de CO2-intensiteit en het algemene energierendement van de wereldeconomie sterk verbeteren. De wereld wordt dus minder koolstofintensief en energiezuiniger via nieuwe technologieën en nieuwe bronnen. Volgens ons wordt het toenemende gebruik van rendabele technologieën de kritieke factor om de risico’s van klimaatverandering aan te pakken, terwijl we toch de bevolking wereldwijd willen blijven voorzien van betrouwbare en betaalbare energie.

EF: Bedankt voor je tijd, T.J.

Tags

  • icon/text-size
You May Also Like

Meer ontdekken

Volle kracht vooruit tegen malaria
Protected: In deze box zit misschien de toekomst van CO2-afvang