De volledige reeks onderwijspakketten voor jongeren, gemaakt door ons team in Fawley, is hier te vinden. In elk pakket zitten de nodige hersenkrakers!
Antwoord op vraag 1: 132. 3×4=12, 4×5=20, 5×6=30, 6×7=42, dus volgens dit patroon: 11 vermenigvuldigen met 12, wat gelijk is aan 132.
Antwoord op vraag 2: Koperoxide
Antwoord op vraag 3: Tom heeft € 48, Tim heeft € 24. Als Tom € 12 aan Tim geeft, hebben ze allebei € 36. Als Tim € 12 aan Tom geeft, heeft Tim nog € 12 over en zou Tom € 60 (5×12=60) hebben.
Antwoord op vraag 4: Citroenzuur
Antwoord op vraag 5: 688. Tel de twee vorige cijfers bij elkaar op en vermenigvuldig de uitkomst.
Antwoord op vraag 6: 58. Toen haar eerste kind is geboren, was oma 19 jaar oud. Toen ze haar tweede kind kreeg, was ze 23 (19+4). Toen ze haar derde kind kreeg, was ze 27 (23+4). Toen ze haar vierde kind kreeg, was ze 31 (27+4). Toen ze haar vijfde kind kreeg, was ze 35 (31+4). Dus toen haar zesde kind is geboren, was oma 39 (35+4). En als haar zesde kind 19 jaar is, is oma 58 (39+19).
Antwoord op vraag 7: 55 en 89. Tel de twee vorige cijfers maar op.
Antwoord op vraag 8: C=25. A=25 en B=8.
Antwoord op vraag 9: Er zijn 7×7×7=343 grote poezen. Die hebben 343×4=1.372 poten. • Er zijn 7×7×7×7=2.401 kittens. Die hebben 2401×4=9.604 poten. • Er zijn 7 meisjes. Die hebben 14 benen. In totaal hebben we dan 1.372+9.604+14=10.990 poten + benen
Antwoord op vraag 10: 27 driehoeken.
Wilt je op de hoogte blijven van ons meest recente onderzoek en je STEM-kennis verder ontwikkelen? Meld je dan aan op Energy Factor Europe van ExxonMobil. Gebruik daarvoor de rode knop Aanmelden links van dit artikel.
